75 dediging der hem vertrouwde vesting de meesi mogelijke kracht bij te zeiten. Hij liet alle boomen, rondom de stad vellen de gebouwen welke den vijand het naderen gemakkelijk zouden hebben kun= nen maken, slechten; en nog eenige buitenwerken namelijk 5 groote en 4 kleine hoornwerken aanleggen. De bezetting der vesting bestond uit 45 kompagnien voetvolk, kompagnien ruiterij en 1800 gewapende burgers. Deze laatsten stonden onder de bevelen van den Drossaard Jan van Aerssen, die mede zitting in den krijgsraad of raad van verdedi ging had, en deelden met de krijgsknechten de bewaking der wallen en verdere dienst in de vesting. Sïinola verscheen den 28sten van Oogstmaand des voormelden jaars, in het dorp Gilzen en ving terstond met de insluiting der vesting aan. Hij zond de Maarschalken Medina en Balancon de eerste naar het Ginnekenen de tweede naar Terheiden vertrok zelf van Gilzen naar Dongen bezette Te- teringen, versterkte de brug over de Mark in het legering van Breda door den Jezuit Hermannds Hugo, uit het latijn in het fransch vertaaldonder den titel van Ie Siege de la Ville de Breda conjuise par les armes dis Roy Bhilippe IV etc. Deze buitenwerken slechts uit aarde opgeworpen schijnen spoedig na het einde van het beleg geslecht te zijn in het beleg van Breda in 1637 wordt althans van de ze werken geen gewag gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 103