83 streken werden. Van wege de zwakke bezetting (35oo man) vond de Prins goed geene contraval- latie'linien te laten opwerpen. De bevelhebber in de vesting was Gom ar Foitr- din, een man, door zijne dapperheid en moed met roem bekend. De stad was van de noodige mond- en krijgsbehoeften voorzien, en de vesting werken in een en goeden staat. De Spaanschenonder bevel van den Kardinaal Infantdeden nog pogingen tot ontzet der vesting doch de Prins van Oranjb wist zijne maatregelen daartegen zoo goed te nemendat zij genoodzaakt waren onverrigter zake terug te trekken. Kort hierop l8 Augustus) werden de loopgraven geopend. De Prins tante de stad, te gelijkertijd op drie plaat sen aante wetenop de hoornwerken voor de Ginnekensche en Haagsche poortenen voor het Kasteel. Tot den aanval op het hoornwerk voor de Gin nekensche poort werden de loopgraven geopend aan gene zijde van eene beek (de Leijekomende van Dorsten en vallendeop omtrent 25o roe den 940 el) van de tegenwoordige kruin van het glacis in de Maris. De linkerzijde van dezen aan val steunde tegen de Marh en strekte zich nage noeg 5oo roeden (1880 el) regts uitde beide ein den werden door forten verdedigd. Even zoo werden de beide andere attaques gevoerdwaar echter de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 111