35
de beide facen van het bastion aan de regierzij-
de hetwelk zij mede ondermijnden.
De beide andere attaques hielden bijna denzelf
den gang. Men naderde met loopgraven tot op
eenen kleinen afstand van den bedektenweg, nam
denzei ven inverschanste er zichen formeerde
insgelijks bres in de hoornwerken door mijnen.
Beide de hoornwerken werden genomenin der-
zelver kelen verschansingen en bres-batterijen aan
gelegd de overgang der hoofdgracht uitgevoerd
èn de mijnen in de bastions-faces aangelegd.
De drie attaques werden echter met verschillend
gevolg gevoerd. Aan den kant der Haagsche poort
deden de mijnen niet de verlangde uitwerking,
en waren de belegeraars, door gebrek aan werk
lieden om de noodige verschansing te kunnen
maken, gedwongen, na een hardnekkig gevecht,
met verlies terug te trekken. In den nacht ver
lieten de belegerden echter, hunne onmagt gevoe
lende om eenen tweeden storm door te staan, het
hoornwerk hetwelk onmiddelijk door cle Hollandera
in bezit genomen werd. Ook aan den kant van
Deze grachtovergangen of, gelijk zij oudtijds ook
genoemd werden, galderijen, waren tan den minstbie
denden besteed. Een dezer overgangen werd aangenomen
voor zestien- en de andere voor zeventien duizend gul
den. (.Zie van Goor, Beschrijving der Stadt en Lande van
Breda. I. Boek, IX Hoofdstuk.)
10