Iö3
nomenals hebbende 5 in weerwil van de bestaan
de bevelschriftenzijn huis geleend tot het pre
diken van de Hervormde Godsdienstleer. Op den
gevangen-toren gebragt zijnde, welke voorheen aan
het einde van de Molenstraat op de Oude Vest
stondwerd van Keulen daarna naar het Kasteel
overgebragt, om hem te onttrekken aan veelvul
dige bezoeken zijner geloofsgenootenwelke men
schijnt niet te hebben kunnen beletten. Tn zijne
nieuwe gevangenis werd hij dagelijks verscheidene
maanden lang hezocht door zijne getrouwe dienst
maagd Betteken, die haren meester niet alleen met
spijs verzorgde maar ookdoor troostende en op
wekkende gesprekkenhem in hun gemeenschap
pelijk geloof zocht te versterkentot dat eindelijk
ook zij zelve op den 3o8ten Maart i568 werd ge
vangen gezet. Daar zij nu vrij moediglij k beleed
al wat men haar te laste legdezoo is zij kort
daarop met van Keulen veroordeeld om in het vuur
den marteldood te sterven. Dit vonnis is op den
298ten Mei i568daags nadat in den Raad van
eene allerhevigste afkondiging gedaan is tegen de Hervorm
den, uit naam van Prins Willem, maar door den Prins,
die reeds naar Duitschland vertrokken was, niet geteekend.
Van Goor heeft dit niet opgemerkt, en spreekt ook slechts
kortelijk over de regtspleging van van Keulen die uitvoe
riger te lezen is in de Historie der Martelaren. Ant-
Werp-1658 hl. 411.