no
Op de groote zaal van het hoofdgebouw werden de
Afgevaardigden van de Algemeene Staten van de
Staten van Hollanden de talrijke aanzienlijke perso
nen ontvangenwelke van alle oorden herwaarts
kwamenom den herstelden koning te begroeten
loopige tijding van zijne herstelling te Brussel ontvangen.
Deze verdichting, hoezeer die onnoodig was, strijdt in zoo
verre niet blijkbaar tegen de mogelijke historische waar
heid als Kakel van Breda nu en dan een uitstap naar
Brussel en Antwerpen deed. Zie Aitzema B. XL, bl585.
Doch zijn vast verblijf hield hij van het begin van 1660
tot aan zijn vertrek niet te Brusselmaar te Bredavan
waar hij ook zijnen brief aan bet Parlement dagteeker.de
14 April 1660. Gedurende zijn verblijf alhier, stond hij
als peter over den doop van eenen zoon van Jan van Vliet
Griffier der Stad welk kind de namen kreeg Carolus Se
cundus. Deze van Vliet is in de geleerde wereldonder
den naam van Janus Vlitius bekend als uitgever van de
Cjnegetica van den Latijnschen dichter Gratius en van
een werk Venatio Novantijua. Maar naderhand ging hij
zich in de GothischeRunische en IJslandsche talen ver
diepen, tot groote ergernis van de eigenlijke klassieken.
Zie den brief van Nic. Heinsius in de Sjll. Epist. van Bur-
ïc anvol. III p. 492- Hij heeft ook een Banegyricum op
Kakel's herstelling vervaardigdgetiteld Carolus Bedux.
Misschien is hij den verdreven Vorst tot zijne herstelling
behulpzaam geweest. In het laatst van 1652 was hij bij
het buitengewoon Gezantschap van Cats Schaap en van
db Perre naar LondonSecretaris, en waarsch'jnlijk lieefS
hij denzelfden post bekleed bij het buitengewoon Gezant-
