14-9
Maar ook wanneer de zon des vredes zacht mag gloren
En 't Vaderland herleeft in haren vruchtbren glans
De wetenschap beraamt', de kunsten zijn herboren
De landman weder juicht, de veldjeugd gaat ten dans
Ook dan blijft hij getrouw het vaderland zich wijden
Ook dan blijft zorg en vlijt aan eer en pligt besteed
De staatsies huldigt hij, rust ook zijn arm van 't strijden r
- TVaah lij uw vrede-palm en blijf ten strijd gereed
Geen pligt strekt hem ten last, geen rampen doen hem bukken
Keert hem fortuin den rug, niet morrend wordt geklaagd.
Stijgt hij in rang noch eermag hij geen lauwren plukken
Hij eert ook burgerdeugd, wier kroon hij gaarne draagt.
Nooit heeft een laag belang zijn reine ziel vernederd
Of anderen heil misgund meer lieveling van 't lot,
Maar voor Jt belang alleen van 't vaderland verteederd,
Smaakt hij in dank het deel hem toegekend van God.
Geen laffe vleijerij voert hem naai' hoofsche kringen,
Nóch zoektten spytder deugd en krijgsmans waardigheid
Naar 's werelds voortooneel zich kr.ommend door te dringen
Wordt hem naar waarde en regt daar niet een plaats bereid,
Ontgloeid voor pligt en deugd voor Land- en Landgenooten
Vereert hij 't ware slechts en schuwt bedrog en schijn
En voor het plekje gronds waarop hij is ontsproten,
Blijft slechts zijn eenig doel daar nuttig voor te zijn.
Verheven is dat doel o edle jongelingen
Die reeds uw prille jeugd uw landgenooten wijdt,
Hun blikken op uw vlijt en wandel af moogt dwingen,
En hun en Neêrlands hoop "reeds in de toekomst zijt.
Ja Neerland houdt op u 't verwachtend oog geslagen,
Op u ookdie nog korts den eersten wauklen stap