lï AM Cr,
■SSi^JSS»
Wij wijden ons den dierbren grond,
Beroemd door zoo veel Helden
Die, waar 't 'sLands Roem of Vrijheid gold,
Den dood in 't aanzigt snelden 5
Ook wij wij zijn aan 't Vaderland,
Tot onzen ;ongsten snikverpand.
Dat zweren wij, en God, die 't hoort,
Neemt in dien eed behagen;
o, Mogten we ook den eerloofkrans
Om Neêrlands zaak eens dragen
Geen diadeem, die schooner praalt,
Dan lauwren, voor 'sLands Roem behaald!
Wij .eeren vriend en nagebuur,
En minnen alle menschen,
Maar Neêrlands grootheid lof en eer
Is 't hoofddoel onzer wenschen
En daarom zijn wij 't Vaderland,
lot onzen jongsten snik, verpand.