>56
W.
Want nergens zonden wij op aard'
Een Plek als de onze weten
Want nergens is zoo goed een Vorst
Als hier, ten troon gezeten;
Want nergenswaar wij de oogen slaan
Blinkt vrijer Vaan dan Neêrlands Vaan.
En zouden wij dan 't jeugdig bloed,
Reeds bruisende om te strijden
Niet fier, als de oude Heldenstam
Aan Volk en Koning wijden
Ja, Broeders, Vorst en Vadebxakd
Zijn wij tot in den dood verpand.
Breda, 18 —2.O.
9- y