i6i
En hier geen Prins behoeft te spreken
Als Adel, d'oude Fries.
Wij kennen meer dan ieders namen
Wij groeien daaglijks veel,
En komen alle dag te zamen
In He.ndmks's oud kasteel.
Maar, om naar 't doel, als eensgezinden,
Te gaan met vasten slap,
Moet soms de disch ons wedervinden
En ■'t glas van Broederschap.
Wien andre namen ook bekoorden
Als 'k wel mijne aandacht vest,
Dandunkt mij past van alle woorden
Hier Broederschap het best.
Een broeder hecht aan al zijn broedren
Het hart niet even zeer;
Verschil van neiging en gemoedren
Kiest dezen mindien meer.
Maar moet het d'eer of 't aanzien gelden
Van 't algemeen gezin,
Dan worden z'als een troep van helden
Bezield door éénen zin.
Ook wij, bij 't naar het doel te trachten,
Dat w'allen voor ons zien,
Beloofd, elkaar elkanders krachten
En broederhand te biên!
Zoo moog de stichting onzer Vorsten
Ons aller werk ter eer.