t
i73
Geen feL'Ove taal, geen ruwe trant
Behoort toch tot den K rijgsmans-stanc
Wie niet met zachtheid kan regeren,
Alleen bij vloeken en hij zweren
Zijn' onderhorigen gebiedt,
Is vast de ware krijgsman niet.
Maar, die als mensch zijn' pligt betracht.
Door wie hem kent op 't hoogst geacht,
Tot he'l van 't Vaderland mag leven
En op het slagveld wenscht te sneven,
Die met bescheidenheid gebiedt,
Is hij de ware krijg'tn tl riet?
Kadet a-n, de Militaire
Akademie,