BE BEESTENMARKT,
[In den trant van Cats.)
Men had hier lestmaal in de stad
De vette beestenmarkt gehad,
Bij buijig, nat en soppig weer,
Zoo dat het plaste keer op keer;
En ikvan uit mijn vensterglas
Zag, toen de markt gescheiden was,
Hoe of de straat, door dat bedrijf,
Den Wandelaar tot ongerijf,
Geheel met koedrek was bemorst,
Zoo dat men daar niet over dorst,
Of vrezen moest, van eiken stap
Te zetten in een vuile pap.
En evenwel zoo hadden hier
De koeijen-koopluimet pleizier,
Den ganschen dag in al dat smeer
Bedaard gedrenteld heen en weer,
Of er een kooper komen mogt
Die wel van hén een koebeest kocht.