37Ö
En wanneer, in later tijd,
Vijand Neêrlands grond durft naadren
Voert ons één belang ten strijd,
Voor het erfgoed onzer vaadren.
Danbij één banier geschaard
Zijn wij 's krijgsmans roeping waard.
Broedersja danin dien plegtigen stond
Snoeren wij naauwer het edelst verbond
Hoe 's vijands donder moog' knallen.
Voetknecht of ruiter, bij bedding of schans,
Lauwren voor allen, en wisselt de kans,
Één dood de dood van ons allen
Daarom geen verschil in .rang
Scheure ons Makkersvan elkander.
Één in doelwit, één in zang,
Wat hier wissel of verander'
Onverbreekbaar zij die band
In 't belang van 't Vaderland.
Deugd en verdienste, getrouwheid en moed
Doen ons, bezield door den heiligsten gloed,
D'eenigen voorrang verwerven.
Blijven wij dan (ons verbond steeds gestand)
Trouw aan den Koning en trouw aan ons land,
Broedersin leven en sterven
X.