4° Tot hiertoe waren deze scholen, ofschoon ook aan Kadets van de Infanterie en Kavallerieja zelfs aan particulieren, toegang tot dezelve verleend werdhoofdzakelijk voor de Artillerie ingerigt. In het jaar 1800 werd aan eene dezer scholen namelijk die te Zutphen een uitgebreider doel gegevendoor aan dezelve eene Genie-school toe te voegenover welke vereenigde inrigtingen de toen malige Luitenant-Kolonel voet tot Directeur aan gesteld werd. In dezen stand bleven de genoemde scholen tot in den jare i8o5wanneer ten gevolge van een, in het begin van den jare 1804 gedaan, voorstel van den Secretaris van Staat voor de za ken van oorlogde drie scholen van Breda'3 Gravenhage en Groningen ontbonden werden, ter- wj'l die van Zutnhen onder de benaming van "J*" Algemeene Theoretische en Praktische Schoolen on der het bestuur van denzelfden Directeur, naar Amersfoort werd overgeplaatst. Deze nieuwe school was bestemd tot het onder wijs van leerlingen voor Artillerie Genie, Mineurs, Pontonniers en Waterstaat, met uitsluiting zelfs van andere wapens. Het onderwijs werd geheel Deze vergunningen werden bij Resol. van den 26 Augustus 1805 ingetrokken. Namelijk den 1 October, als bepaald bij een Staats- besluit van den 12 Julij 1805.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 68