4i kosteloos ontvangen, en, behalve de Elèves van op genoemde vakken, wier getal ten hoogste op zes tig bepaald was, werden tot hetzelve ook toegela ten alle jonge Officieren van de Artillerie, Genie en Mineurswelke genegen waren hunne studiën voort te zettenalsmede sommige bombardiers Korporaals en Kanonniers, welker aanleg voor de beoefening der Wiskundige Wetenschappen gunstig wasen wier diensten bij hunne onderscheidene Korpsen, voor eenen bepaalden tijd, konden ge mist worden. Hetzelfde besluit, waarbij deze Algemeene school opgerigt werd, stelde ook vast de oprigting van twee Praktische Bataillons-scholen voor de Artillerie, onder het bestuur van eenen tweeden Kapitein of eersten Luitenant van dat wapen. Het doel dezer scholen, geplaatst bij die bataillons, welke zich niet te Amersfoort bij de Algemeene school bevon denzoude zijn: om, uit de veel belovende Ka nonniers goede Onder-officierenbekwaam in al les wat de praktische dienst der Artillerie be trof, te vormen, en ook de Onder-officieren zel ve in de kennis van hun wapen meer te be kwamen. De omstandigheden vertraagden de ge- heele uitvoering van dit besluit, hetwelk in eene dringende behoefte van de Artillerie scheen te zul len voorzien, tot dat de verandering in de rege ring des landsop alles invloed hebbendeook de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 69