C 68 en eene tweede verschansing achter dezelegde bezetting in de zoogenaamde Kaatsbaan en bijgele gene gebouwen, en zond onmiddelijk naar den Overste La Garde om hem kennis te geven van het voorgevallene, en hem te verzoeken ten spoe digste tot ontzet aan te rukken. Nadat Hautepenne meester was van het Kasteel, viel hij onmiddelijk de stad van de zijde der poort aan; doch ondervond daarbij zulk eenen dapperen tegenstandzoo van de burgers als van een ven del voetknechtendat hij zich gedwongen zagna een zwaar verlies geleden te hebben, te rug te trek ken. Met een beter gevolg werd zijn aanval in het Valkebberg bekroond, ofschoon hij ook daar herhaalde malen terug geslagen werd, en zeer veel volks verloor; ja zelfs zoude hij ook hier zijn voornemen hebben opgegeven indien niet de Over ste Maaries Schenck hem tot volharding aange spoord had. De burgers uit het Valkenberg verdreven ver schansten zich in de binnenstaden kweten zich aldaar zoo moedig, dat de Spanjaarden genood zaakt waren af te deinzen. Niet alleen de burge rij en de bezetting, maar zelfs vrouwen, kinders en geestelijken deelden in dit gevecht. De vijanden van dezen kant hunnen aanslag mislukt ziende trokken over den wal naar de naastbij gelegene poortwelke zij vermeesterden waarna zij versch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 96