ög volk. de stad invoerden. Van alle kanten, endoor versche troepen aangevallenwas het den verdedi gers niet mogelijk langer tegenstand te bieden, doch besloten hebbende den strijd tot het uiterste te rekken, in hoop op ontzet van den Overste La Garde wien onderscheiden boden werden toege zonden trokken zijstrijdende terug en verschans ten zich, zoo veel de omstandigheden toelieten, aan de Haagsche of Antwerpsclie poort. De over- magt dreef hen echter ook van daar terugzij waren genoodzaakt te vluglen, en den vijand van alle poorten en wallen meester te laten. Een gedeelte der burgerij had zich nog op de markt, in het bezetten van de kerk, den toren en het raadhuis, weten staande te houden, en brag- ten daar den vijand aanmerkelijke verliezen toe* Na eenen hardnekkigen tegenstand besloten zij ech ter het, hun door Hautepeme aangeboden, ver drag aan te nemen en na eene allerlieldhaftigste verdediging van bijna tien uren, ging Breda 111 handen der Spanjaarden over. In weerwil van het gegeven woord, werd de stad aan den moedwil der soldaten prijs gegeven, die zich door eene algemeene plondering en moord» waarbijvrouwen noch kinderengeestelijken noch grijsaards gespaard werden, over den ondervonden wederstand zochten te wreken. Na de uitwerking der eerste woede, werden de overgebleven burgers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 97