7» Vendels 68 soldatenwelke hem ten dien einde het geschiktste toeschenenen scheepte zich met deze troepen den 26en Februai'ijte Zevenbergenin het daartoe ingerigte Turfschip van van Bergen in. Tegenwinden en invallende vorst veroorzaak ten echter zulk een oponthoud, dat IlEiUDGièiiE door gebrek aan leeftogtgenoodzaakt was zijne troepen te doen ontschepen. Den len Maart werd de togt andermaal begonnenmet dat gevolg dat het schip den 2en ■'s morgens bij het Kasteel van Breda aankwam, doch, door den lagen stand van het water, aldaar nog tot den volgenden morgen moest blijven liggen. Inmiddels leed het volk veel ongeinaks zoo door het eng verblijf, waarin het langer dan men vermoed hadopgesloten was als door de koude, den honger en een lek, welk laatste echter gelukkig gestopt werd. Het schip werd, volgens gewoonte, door een* korporaal der wacht onderzocht; doch deze onder zoeking slechts oppervlakkig geschiedende, werd door de Italianen (die destijds de bezetting uitmaak ten) zelfs niets kwaads vermoed. Even gelukkig ontkwam men het gevaarwaarin men door- het hoesten der verborgen troepen geraakte, hetwelk echter zoodanig toenamdat een der Officieren die onophoudelijk hoestte, zijn leven aanbood om dat van zijne mede-togtgenooten niet in gevaar te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1830 | | pagina 99