68 ren geven enkel kennis van het misdrijf der Kadet- ten aan den Kapitein-Adjudant der Akademie op eene lijst daartoe ten allen tijde op deszelfs Bureau verkrijgbaar met eene korte opgave van het misdrijf, en de daarvoor verlangde straf indien zij dit goed vinden. In gewone gevallen geeft genoemde Adjudant van deze aanvrage kennis aan den Tweeden Kommandant hij deszelfs gewoon morgen-rapport na voorafzoo hij dit noodig oordeeltbijzondere inlichtingen van den aanvrager, of ook van de daarbij betrokkene Ka- detteningewonnen te hebben ten einde de Tweede Kommandant eene met redenen bekleede voordragt aan den Eersten Kommandant kunne doen. In buitengewone gevallen maakt de Adjudant on middellijk zijn rapport aan den Tweeden Kommandant. Mogt echter een Kadet zich tegen eenen Officier of Leeraar verzetten en hem gehoorzaamheid weigeren dan zalop kennisgeving daarvanzulk een Kadet on middellijk in de politie-kamer geplaats.t worden mits terstond daarop rapport te doen aan den Tweeden Kommandant. Art. 44. De oplegging der straffen met eene korte opgave der redenen daartoe wordt op het appel voor het mid dag-eten aan de Kadetten voorgelezen. Art. 48. Er zal een enkel strafregister bij den Eersten Kom mandant gehouden worden ingerigt volgens de voor schriften van art. 558 doch worden daaruit geene uittreksels aan de Kadetten voorgelezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1838 | | pagina 100