75
Op denzelfden dagwaarop dit Besluit door Z. M.
genomen werdbehaagde het Hoogstderzelve tot Eer
sten Kommandant der Militaire Akademie te benoemen
den Heer Luitenant-Kolonel der Artillerie H. G. Seelig
en tot tweeden kommandant den Kapitein-Ingenieur
J. P. Delprat welke laatstgenoemde kort daarna (bij
besluit van 17 Sept. 1856) tot Majoor werd bevorderd.
Te gelijkertijd werd de Luitenant-Kolonel Steenberghe
uit zijne betrekking tot de Akademie op eene allezins
eervolle wijze ontslagenen deze kundige hoofd
officierdie, na de schorsing der lessen, het kom
mandement der Akademie met een Artillerie-bevel bij
het leger te velde had vereenigd, aan de werkelijke
dienst bij het belangrijke wapen zijner keus geheel
teruggegeven.
Eene der eerste bemoeijingen ter voldoening aan
'skonings lastbestond in de oproeping en het onder
zoek dergenendie eene plaats als kadet aan de herrij
zende Akademie verlangden. Reeds in de maand Junij
waren te Medemblik voor het wapen der Genie 15
voor het vak van den waterstaat 7 adspiranten geëxa
mineerd uit welk getal waren goedgekeurd voor de
Genie 10, voor den Waterstaat 2 adspiranten. Op den 2den
September ving te Breda het examen aan voor de overige
wapenen bestaande de daartoe benoemde Commissie
uit den Majoor-Ingenieur Tweeden Kommandant J. P.
Delprat, den Hoogleeraar J. Bosscha den Kapitein-
Ingenieur G. A. van Kerkwijk den Eersten Luite
nant bij het korps Rijdende Artillerie J. C. van Rij-
weyeld en den Lector in de Wis- en Natuurkunde