12 2°. De kadets, die ingevolge arl. 549 van het reg lement, of om andere redenen geen gebruik van de vacantie maken naar hun ouderlijk huis te zenden ten ware er zich onder bevinden, die het land met nut zouden kunnen dienenaan welke daartoe de vrijheid eveneens zal worden gelaten. Art. 5. De officieren, onder-officieren, enz. van het kader der gemelde akademie welke door dezen maatregel ter beschikking komen zullen met behoud van tractemen- ten en toelagendoor het Departement van Oorlog wor den geemploijeerd op zoodanige wijze alstot het wel zijn van Onze dienstaan hetzelve nuttig zal voorkomen. Het Departement van Oorlog is belast met de uitvoe ring van dit besluit waarvan afschriften zullen wor den gezonden aan Onze beminde Zonen den Prins van Oranje en den Admiraal en Kolonel Generaal, benevens Taan de Algemeene Rekenkamertot infor matie en narigt. Gegeven te 's Gravenhage den 8slcn October des jaars 1850van Onze regering het zeventiende. geteekendW ILLE M. Van wege den Koning, (get.) J. G. de Meij van Streefkerk Accordeert met deszelfs origineel De Griffier ter Staats Secretarie (get.) L. H. Elias Schoyel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1838 | | pagina 44