Die schorsing der lessen aan de Militaire Akade-
mie moestdoor den onvoorzienen loop der gebeur
tenissen langer duren dan bedoeld was en het
nadeel't welk daardoor voor de dienst ran het leger
te wachten stond werd te zeer gevoeld dan dat de
Regering niet op alle middelen zou zijn bedacht ge
weest, om daarin eenigermate te voorzien. Het meest
dringend werd de behoefte aan eene hervatting dei-
lessen gevoeld voorde Kadetten, die zich voor het wa
pen der Genie en voor het vak van den Waterstaat
hadden bestemd als hebbende dezen niet die gelegen
heid om onderrigting te ontvangenwelke bij de
Korpsen Artillerie Infanterie en Kavallerie altijd in
meerdere of mindere mate bestond. Uit dien hoofde
behaagde het Zijner Majesteit bij besluit van 14 Fe
bruary 1832n°. 6 te bepalen dat de Kadets dei-
Genie van de Militaire Akademie zich naar DIedemblik
zouden begeventen einde bij het aldaar bestaande
instituut voor de Marine hunne studiën voort te zetten
of op te vatten op zoodanige wijze als in het ge
dachte besluit nader bepaald werd. Hetzelve luidde
aldus
26
NAME N.
Bevordering ofande-
re icyze van ontslag.
Datum van
bevordering
of ontslag.
F. L. F. de Veije,
G. E. Weeninck
A. Wilbrenninck
2 Lt. bij het 6Bataillon
Art. Nat. Mil.
2 Lt. bij de 7 Afd. Inf.
2 Lt. bij het Regiment
Kurassiers N°. 3.
23 Nov. 1835.
21 Dec. 1832.
22 Oct. 1836.