40
Kadets der Militaire Akademie werd ontslagen om te
worden opgevolgd door den Heer Ingenieur van den
Waterstaat Badon Ghyben.
Er kwamen in dit jaar (1834) 21 adspiranten op
welke in de maand Julij voor dezelfde Commissie als
in het vorige jaar een examen ondergingen ten gevolge
van 't welk drie werden aangesteld tot Kadetten voor
het Korps Mineurs en Sappeurs en drie tot Kadetten
der Genievoor de dienst in Neerlands Oost-Indische
Bezittingen. De Kadetten Prince Verduciiène en de
Bruyn ten gevolge van een afgelegd examen zijnde
voorgedragen tot Tweede Luitenant-Ingenieursen als
zoodanig aangesteld bij besl. van 11 Dec. 1854, zoo be
stond het personeel der Kadetten, bij den aanvang
van het volgend Akademie-jaar aldus
NAAMLIJST der KADETTEN voor het
Wapen der Genie, en het vak van den Wa
terstaat, die van de Militaire Akademie hij
het Instituut voor de Marine te Medemblik
gedetacheerd waren op den 13. November
1834.
Vierde Studiejaar.
B. P. G. van Diggelen (Waterstaat)
W. Beinalda
H. II. Rochell
J. P. K. Tollens (Waterstaat)
F. A. Vaillant,
G. H. Uhlenbeck.