47 (Besluit van den 10 Junij 1S36 K". 104.) Wy WILLEM, by de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz. enz. enz. Willende eenige bepalingen vaststellen omtrent het hervatten, in den loop dezes jaars van de thans nog geschorste lessen van de Koninklijke Militaire Akade- mie te Breda Gezien het rapport Van onzen Directeur-Generaal van Oorlog ad interim van den 8. dezerL. T. 8 ons op last van Onzen beminden Zoonden Admiraal en Kolonel-Generaalaangeboden; Gelet op de verschillende bepalingen van het regle ment op de Militaire Akademie Hebben besloten en besluiten Art. 1. Er zullen voorloopig bij de Militaire Akademiezoo voor de dienst hier te lande als in de overzeesclie be zittingen slechts het nagemelde getal Kadetten worden aangenomenOnze Pages daaronder begrepen te weten 122 Kadetten voor het Wapen der Infanterievan welke 80 zullen zijn bestemd voor de dienst in de Koloniën 82 Kadetten voor het Wapen der Artillerie van welke 12 zullen zijn bestemd voor de dienst in de Koloniën 22 Kadetten voor het Wapen der Genie Mineurs

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1838 | | pagina 79