Art. 2. De jaarlijksche [bijdragen blijven bepaald op den voet in art. 5 en 6 van het reglement voorgeschrevendoch zullen de Kadetten voor de Infanterie en Kavallerie als eerste uitrusting nog daarenboven betalen vijftig guldensen die der overige korpsen vyf en zeventig guldenswaarvoor zij alsdan bij het verlaten der Aka- demie de boeken en teeken-gereedschappenhun daar verstrekt, in eigendom zullen behouden. Art. 5. Het kader der Ambtenaren in art. 11 des reglements vastgesteld wordt voorloopig vervangen door dat in de hierbij gevoegde Tabel Letter A. omschreven. 2<= HOOFDSTUK. Veranderingen omtrent dn Formatiehet Beheer, de Kleedingde Wapening en het Harnachement. 1° ONDERDEEL. Formatie Art. 4. De Kadetten worden verdeeld in drie Kompagniënde Kapitein der Infanterie zal de eerste, de Kapitein der Artillerie de tweedeen de Ritmeester de derde Kom- pagnie kommanderen. Zie boven bladz. 49 de aant. (f).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1838 | | pagina 85