78
Maar na zoo schitterenden luister,
Na zoo veel roem voor Nederland
Verzonk de dag in treurig duister
In nacht van smart voor 'tvaderland.
I)e held ligt op het ziekbed neder
De vrees verving de vreugde weder
Ja! Holland was gewond aan 'thart
Hoe diep in rouw het was verzonken
Een straal van hoop heeft weer geblonken
En weer verving de vreugd de smart.
Ja! God heeft ook die nacht van kwelling,
Tot nut van 't Vaderland bestierd,
Het blijde feest van zijn herstelling
Werd na dien bangen ramp gevierd.
Ja na een bang en bitter lijden
Mogt tVaderland zich weer verblijden,
Toen klonk weer 'tlied uit ruimer borst;
De Vreugdedag was weer verschenen
En zorg en ramp en smart verdwenen
Bij 'tleven van dien dierb'ren Vorst.
Wij juichen ook, o Batoo's zoonen
Op dezen jaardag van den Held,
itijz' 'tlied, dat weer op voller toonen,
Dit onze blijde harten welt!
Het Hollands hart blijft op hem bouwen,
Op hem zal Nederland vertrouwen,
Als 'tland weer voor d.en vijand beeft:
tGevaar moog bang en dreigend wezen,
Geen Hollands hart behoeft te vreezen,
Als Willem van Oranje leeft.
's Gravenhage den MVIDER.
6. December 1835.