80 Ik sprak: slaapt rustig door geen zorg bezwaard De toekomst lacht u aan met schoone kleuren Één jaar nog en gij zwaait het heldenzwaard O, draagt het zoo, dat nooit uwe ouders treuren. En schaart ge u eens bij de eed'le krijgsbanier Om 'svijands heir te teistren voor zijn trotsen, Dan vonkle uw oog van heldenbliksemvier Bij 'tmoedig pal staan als de onwrikbre rotsen. Schenkt vrede eens rust aan 't afgemat Euroop, Hoog dan het eerekruis uw boezem sieren Zoo niet, en deedt ge uw pligt, uw levensloop Verschaft, zoo ge edel zijt, u eerlaurieren. Weest ijvi'igvliedt de traagheid als de pest Bekwaam u in uw vak tot heil der helden Zoo zal eenmaalals van uw stof niets rest 'tErkentlijk nakroost u met zegen melden. En gij o Zeventien, bestemd voor H Oost Wie ik den pennentrek van Hafiz leerde Gedenk aan mij, waar 't zonnevuur u roost, Daar ik op 'tzeerst u aller heil begeerde. En wenkt u de eer, bij 'tklinken der klaroen, Laat Nèerlands roem u voorgaan op uw wegen En staart met koenheid op den eed'leii Roem Dan zijt ge uw land en d'Indiaan tot zegen. Keert eenmaal weer in 'tdierbaar vaderland. Het roem en eer bekroond voor uwe daden Dan reik ik u zoo Gode 'twil, de hand. En zal, schoon grijs, me in reine weelde baden. Maar sneuvelt gij getroffen in de borst, Op 'tbed van eerals eed'le Batavieren, Zoo zij uw loon, dat Vaderland en Vorst, Dw tombe, waar ze ook rijz', met kransen sieren!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 110