83
Dit Schip was listigli loebereyt
Den Turf daer looslijck opgelydt,
Onder vol (rouw soldalen
Ontrent 'tsevenligli mannen stout,
Die met peryckel menigh fout
Tyf nachten in 't Schip zaten,
Den derden Maert, 'twas Saturdagh,
Voor noen dat Schip nog buyten lagh.
Korts na middagli wilt hooien
Ouam 'tSchip in 'tOasteel binnen ziet,
Verwachten blytschap oft verdriet
Van beyts quam hun te vooren.
Van He?fsdc?iIVorcumLoevesteyii, 9
En oock van Zevenbergen reyn
Was dit kryglisvolck genomen,
Om te volbrengen den aenslagli,
Nu in den Meert den derden dagli,
Grootelycks tot onser vromen,
Den Turf wert van het Schip geliaelt,
I)en aen-slagh was bijnae gefaelt,
Den Schipper seer vailiandigh
Sprack tot dengenen die hem vroegh',
Tavont hebben sy Turf genoegh,
'tWas een Jongman verstandig.
De dragers waren half verstoort
Want zy wouden noch dragen voort,
Zy sochten geit om te drinken
Om dat by Vasfelavont was,
Langden de Schipper uyt zyn tas
Drinck geit om hen te schincken
Capifein Argier met verstant,
Capitein Lambert seer vailiant,
Oock een Vendrigh verkooren,
Twee Luytenants kielden mee au,
Dees vyf waren daer Hoofden va$,
Om 'tkryghs-volck te gaen vooren.