83 Dit Schip was listigli loebereyt Den Turf daer looslijck opgelydt, Onder vol (rouw soldalen Ontrent 'tsevenligli mannen stout, Die met peryckel menigh fout Tyf nachten in 't Schip zaten, Den derden Maert, 'twas Saturdagh, Voor noen dat Schip nog buyten lagh. Korts na middagli wilt hooien Ouam 'tSchip in 'tOasteel binnen ziet, Verwachten blytschap oft verdriet Van beyts quam hun te vooren. Van He?fsdc?iIVorcumLoevesteyii, 9 En oock van Zevenbergen reyn Was dit kryglisvolck genomen, Om te volbrengen den aenslagli, Nu in den Meert den derden dagli, Grootelycks tot onser vromen, Den Turf wert van het Schip geliaelt, I)en aen-slagh was bijnae gefaelt, Den Schipper seer vailiandigh Sprack tot dengenen die hem vroegh', Tavont hebben sy Turf genoegh, 'tWas een Jongman verstandig. De dragers waren half verstoort Want zy wouden noch dragen voort, Zy sochten geit om te drinken Om dat by Vasfelavont was, Langden de Schipper uyt zyn tas Drinck geit om hen te schincken Capifein Argier met verstant, Capitein Lambert seer vailiant, Oock een Vendrigh verkooren, Twee Luytenants kielden mee au, Dees vyf waren daer Hoofden va$, Om 'tkryghs-volck te gaen vooren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 113