90
Na '(bloedig krijgsgewoel, als.op der Yolken bede,'
Bij 'tslui(en van den vreê, de welvaart weer herleeft,
Dan vreez' geen vijand ooit voor '(schenden van den vrede
Daar Nederlandsc/ie trouw 't verbond verzegeld heeft.
Dan strekt zich Hollands Leeuw met neergeslagen klaauw
Op '(heilig vaandel uit, op 'trood en wit en blaauw.
Ze is blaauw, gelijk 'tazuur, dat van des liemelsbogen
"Weerkaatst wordt in het nat van 'tspiegelgladde meer;
Geen wolkje heeft zich ooit aan 's hemels trans bewogen,
Of'theldre watervlak gaf 'trein en zuiver weer;
Zoo is ook 'tHollandsch hart, waar elk gerust op bouw'
En 'tblaauw van onze vaan, een zinnebeeld van trouw.
Ja, dat is Neêrlands vlag, op 'tland en op de baren,
Door Batoo's heldenkroost verdedigd met hun bloed
Zoo blijve elk tot den dood, in 'theetste der gevaren,
Gehecht aa die banier, met trouw en deugd, en moed
En onze hoogste wensch zij tot den laatsten dag
Te sneuvlen voor den roem der Nederlandsche Vlag.
L. Muider.