5 Bij dispositie van den Generaal der Infanterie Opper bevelhebber der Vesting Breda, d.d. 3 Mei 1838. W° 7, werd de Hoogleeraar P. P. Roorda van Eysinga met de functien belast van Auditeur-Militair, bij den temporairen krijgsraad dier vesting, en als zoodanig, ten gevolge der opheffing van den staat van belegbij dispositie van Z. H. E.G. d.d. den 18 JunijN° 138, onder dankbetuiging eervol ontslagen. Bij Z. M. besluit d.d. 18 Julij JNTo 88is tot buiten gewoon Hoogleeraar in de Nederlandsche Taal- en Letter kunde voorloopig benoemdJ. H. van Bolhuis Phil. Theor. Mag. Litt. Hum. DoctorPraeceptor aan de latijn- sche school te Utrecht. Bij Z. M. besluit d.d. 14 September 1839, N° 92, zijn bij de Akademie overgeplaatst de le Luitenant P. H. J. Hoo- geveen en de 2® Luitenant L. van den Toll, van de 2° en 9° Afdeeling Infanterie. Ontslag en Nonactiviteit. Bij dispositien van het Departement van Oorlogzijn de volgende kadetten eervol ontslagen als op den 9deix Februarij 1838 N° 2 J. A. Lette op den 27slcn Maart 1838, N° 8, H. A. Wynands; op den 3den Mei 1838, N° 4, H. W. A. Sandberg; op den 4den October 1838, W° 4 N. G. van Alphen de Veer. Aan den 1° Luitenant-Ingenieur W. N. Rose werd bij Z. M. besluit d.d. 24 September 1838 N° 102eervol ont slag verleendonder toekenning van den rang van kapitein,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 35