33 maakt, terwijl cle inundatie-sluizen ten oosten en westen van de stad gelegen open gezet werden. De bezetting was alstoen nog zeer zwak en bestond uit slechts 1 batail- I°n van Saxen Gotha en 20 artilleristen. De toegan gen tot de stad werden door verhakkingen en doorsnij dingen versperd. Den 22. daaropvolgende ontving de alstoen nog bevelvoerende Officierde Kolonel Schefern van het regiment Saxen Gotha eene aanschrijving van den Kolonel H- W. Dadhdels die op last van den Generaal Dumouriez de Noordschans bezet hadten einde de ge meenschap tusschen de Willemstad en de Klundert af te snijden van den volgenden inhoud Indien gij goed kunt vinden met de inundatie die gij heden morgen begonnen hebt te formerenvoort te gaanzweer ik u in naam van Dumouriez en de Fransche Natiedat gij met uw garnizoen tot den laatsten man zult gemassacreerd wor den; doch deze bedreiging werd naar verdiensten opge nomen. In den nacht van 22 op 23 namen de Franschen bezit van de Ruigenhilsche uitwateringssluis doordien deze on geveer uur van de stad lag en men geene magt genoeg had om ze te bewaken. De vijand brak de deuren van deze sluis open en loosde daardoor een gedeelte van het in undatie-water. Des avonds van den 23 kwam eene versterking van garni zoen uitsHagebestaande uit twee kompagniën grenadiers; nu werd der artillerie 40 man infanterie toegevoegd, die dadelijk in de bediening van het geschut onderwezen werden en gedurende het gansche beleg als kanonniers

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 63