37 Door deze gevoelige les afgeschriktonthielden de Fran- schen zich verder van dergelijke ondernemingen en be paalden zich alleen tot het beschieten van de stad. De Generaal van Boetzelaab. gaf dienzelfden dag aan Zijne Doorl. Hoogh. kennis van den ongunstigen toestand waarin de stad en hare bezetting zich bevondenwaarop ZEd. den 5. Maart met een hoogst bemoedigend antwoord ver eerd werd. Tegen den avondmaar vooral tegen 10 ure, werd de stad allerhevigstuit alle batterijen beschotenen duurde dit vuur tot des morgens 5 ure. Een aller- angstigste nacht werd door de bezetting en de burgers doorgebragt, doch de ontstane brand overal gelukkig ge- bluscht. In den morgen van den 4. Maart ontdekte men dat de vijand eene nieuwe batterij tegen de stad had opge worpen. Tussclien 10 en 11 ure begon het bombarde ment op nieuwtot 's namiddags ten 2 ure. De daarop volgende nacht bleef het zeer stil. Den 5. Maart ontdekte men des morgens dat de vijand in twee kolommen terugtrok de eene naar Fijnaart en de andere naar het Stampersgat. Ten 4 ure namiddags schoten zij in de stad slechts drie kogels uit de Helsche batterij, voor het overige bleef alles stil, ook gedurende den daarop volgenden nacht. Des morgens tusschen 10 en 11 ure van den 6., her vatte de vijand zijn vuur op eene allerhevigste wijze, zoowel uit de reeds bestaande batterijen, als uit eene nieuwe batterij van twee stukken, nabij het gehucht de Hel op- 6.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 67