38
geworpen. Door dit vuur werden verscheidene stukken
gedemonteerd en ontstond er op verschillende plaatsen hrand
die echter wederom gelukkig gehluscht werd. Dezen dag
kwamen eenige schepen Linnen aanbrengende eenige ar
tilleristen benevens een Ingenieur-Officier, alsmede eenen
goeden voorraad van mond- en krijgsbehoeften zoodat de
bewapening der vesting nu bestond uit
53 Stukken geschut van 3 tot 24
8 Mortieren van 50 a 60 steen,
5 Houwitsers en
16 Handmortieren van 16 18 81 ijzer;
dus te zamen 82 vuurmonden.
Op den 7. Maart werd de stad door een officier opgeeischt.
De daartoe strekkende brief van den generaal Berheron was
op eene arglistige wijze en tevens eenen lioogen toon opge
steld dan de grijze held aan wien het behoud der vesting
was toebetrouwd, antwoordde eenvoudiglijk dat hij niets te
voegen had hij zijn, op de eerste sommatie, gegeven antwoord.
Een waardig voorbeeldvoorwaar voor eiken opperbe
velhebber eener belegerde vesting De Baron van Boet-
ZELAA3. vermeende echter kennis van den toestand van za
ken naar 's Hage te moeten zenden ook dat hij spoe
dig genoodzaakt zoude worden te succomberenindien
hem geene verdere hulp werd toegezonden. Deze brief
reeds geschreven zijnde vóór de aankomst der bovenge
noemde schepen eindigt Z.Ed, met een naschrift om den
Raad van Staten zijnen dank voor de gezonden verster
king te betuigen.
Het was niet te verwonderen dat de vijand het ont-