40 schip de Zeehondhenevens twee kotters Welke schepen den hVestdijk aan cfe buitenzijde bestreken, en dezen dag door een aanhoudend vuur, den vijand beletteden eene bat terij op den buitenberm dezes chjks op te werpen. Des avonds ontving de gouverneur een antwoord van Z. D. H. op deszelfs missive van den 7bijzonder geschikt om de geschokte gemoederen der belegerden nieuwen moed in te boezemen. Dit antwoord bevatte niet alleen dank betuigingen aan den gouverneurhet garnizoen en de burgerij voor de tot heden toe betoonde trouw en volhar ding maar bovendien de hoop dat de nood op het hoogst geweest was en de vijand weldra genoodzaakt zoude wor den om het beleg op te breken. De Prins van Oranje meldde in deze missive dat de Franschen het land van Cujk reeds geëvacueerd hadden en zij denkelijk door de voorhoede der Oostenrijkers te Tongeren geslagen waren. Z. D. H. hoopte derhalve dat de vijand ook spoedig van voor de TVi'llemstad zoude aftrekkenen deze stadeven als Maastrichtde eer zoude genieten van den vijand voor hare wallen te zien vlugten. Des nachts kwam nog eene versterking van artilleristen met twee officieren aanzoodat alstoen het garnizoen 520 1 530 man sterk zal geweest zijn waaronder zich onge veer 70 artilleristen bevonden deze is de laatste versterking geweest die de bezetting bekomen heeft. De generaal Dtjmotoiez verkeerdeniettegenstaande zijne gemaakte vorderingen sedert de eerste dagen van Maart in eene groote onrust. De zaken langs de Maas gingen niet naar wensch. De generaal Miranda stiet het hoofd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 70