46
moedig gedrag tot Luitenant-Generaal verheven en de
andere Officieren met hijzondere giften beloond.
De redenen waarom de Franschen het beleg hadden
opgebroken, bestonden in den, voor hen, ongelukkigen afloop
hunner ondernemingen aan de Maas. Den 11. Maart
trokken de Pruissen bij de Graaf de Maas over, en ruk
ten den 12. 13. en 14. 's Hertogenhosch binnen van
waar zij den 16. en 17. tot Boon-op-ZandTilburg en
Broekhoren voortruktenen eene keten van voorposten uit
hollandsche en pruissische ruiterij bestaande langs de Don-
ge vooruitschoven. Dit voortrukken nu noodzaakte de
Franschen hunne ondernemingen op de Willemstad op te
geven en met slechts een gedeelte hunner troepen de
Vestingen Geertruidenberg en Breda te bezetten. Beide
deze vestingen echter gaven zich ook bij verdrag den 3.
en 4. Aprilop last van den Generaal Dumoxjhiez over.
De verdere bewegingen der geallieerden zoowel als die
der Franschen behooren niet tot dit verhaalwaarin al
leen opgenomen is wat invloed op de belegering en het
ontzet der stad Willemstad betrekking had.