50
Heeren Bewindhebberen der O. C. te schrijven: xdat, hoe
>j vereerend voor hem hunne keuze ook ware hij hunne
bevelen niet mogt gehoorzamenten zij dat het hem
blijken zoudat zij in de Algemeene Staten nagezien en
goedgekeurd waren." Welk eene regtschapenheidwelk
eene zucht tot orde straalt in deze zijne handelwijs niet
door daar hij meer prijs op de wettigheid der keus dan
op de eer der benoeming zelve stelde. Heeren Bewind
hebberen namen dit echter euvel op en schreven hem zulks
in scherpe bewoordingendoch Koen werd er niet over
verstoord daar hij overtuigd was zich als een man van
eer gedragen te hebben.
Weldra ontstonden er gebeurtenissen die den edelen
Koen in omstandigheden wikkeldenwaaruit weinige
staatslieden zich zouden hebben kunnen redden. Het was
juist die zelfde voorspoeddie zelfde welvaartdoor hem aan
Nederland verschaftdie oorzaak van naijverlistbedrog
en geweld werden.
Door den naijver der Engelschen die onzen bloei in
Oost-Indi'ê met leede oogen aanzagen werd de regerende
Prins van Bantam tegen de onzen opgeruid en wel met
dat gevolgdat de Nederlanders op een ander punt van
Java den voornaamsten handel moesten verleggen. Met
W H> JAK-R am A Koning van J aJcatra werd een verbond
geslotenwaarbij aan hen in zijne staten aan het noorder
zeestrand eene verblijfplaats vergund werd zoodat de han
del aldaar weldra bloeijender dan in Bantam werdiets
hetwelk ten nadeel, van dat rijk strekkende, den Vorst
van hetzelve alles deed beproeven om den handel op Ja-