51 katra te fnuiken en in zijn gebied geheel over te brengen. Maar Koen kende hem en wilde zoo lang hij met de En- gelschen heuldezijne inzigten niet bevorderen die zeker eenmaal den ondergang van den handel der Maatschappij zouden bewerkt hebben. Inmiddels treedt Koen met den Koning van Jahatra in onderhandeling ten einde in deszelfs rijk eene vesting te bouwen die tot veiligheid van den handel zou dienen doch deze besluitelooze Vorst raadpleegt hierover den Re gent van Bantam in stiltediebevreesd dat de Hollan ders hunnen handel op zijne Staten geheel zouden sta ken en welligt te zeer in magt toenemenhet voorne men opvatte hen te verdelgen. Hij durfde echter niet openlijk te handelen maar trachtte op eene bedekte wijze zijn doel te bereiken. Hij verzon de listKoen in het geheim van een groot gevaar te onderrigtenvoorgevende en veinzende te ge- looven dat de Engelschen een verraad tegen hem smeed den hem aanradende van Bantam naar Jakatra te gaan ten einde zich daartegen te beveiligen. Koen gedroeg zich als of hij 'hem geloofde en daar hij het in de bestaande omstandigheden noodzakelijk achtte al zijne magt op een punt te vereenigenbegaf hij zich met zijne schepen naar laatstgenoemde plaats. Zijn toestand werd hagchelijk de list van Bantam de besluiteloosheid van Jakatra en de naijver der Engelschen legden hem groote beletselen in den weg. Niet sterk en alzoo niet dwaas genoeg aan allen het hoofd te willen bieden peinst hij op middelen om zich te versterken ten einde eenmaal met meer klem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 81