HET YERTREE 0 ooqUcwav [osscfya* J. BOSSCHA, Van den Op den 27»tea April 1.1. sloot de hoogleeraar JBosscha zijne lessen in de verschillende letterkundige vakken aan de Koninklijke Militaire Akadernie te Breda om op den 6den Mei daaraanvolgendezijne eervolle roeping aan de Illus- tre School te ^Amsterdam te aanvaarden. In de laatste da gen van zijn verblijf te Breda mogt de hooggeschatte, man ontwarendat zijn vertrek van daarmet alleen door het geheele onderwijzende korps maar ook door zijne erkentelijke leerlingen zoude betreurd worden. De twee afscheidsmaaltijden de een door den heere luit.-kolonel 1 kommandant der AkadernieSeelig de andere door den heere Doctor JAN-J. F. Wap ter zijner eere gegeven .ge tuigden van de gevoelens van onderscheiding en hoogach tingdie den Hoogleeraar werden toegedragen, door allen, welke hem hadden leeren kennen. In het volgende latijnsche vers zeide Breda's grijze dichter Hoeotet zeer juist VIRO CLARISSIMO AMSTEIAEDAMUM BREDA MIURAKXI. Exsultet nostris felix licet Amstelae damnis, Et Bredana cito linquere tecta pares, Pectore amicorumJane liic remanebis et ore Tu Bredae, meruit si modo, redde vicem. Hetwelk in onze taal nagenoeg uitdrukt: Moog de bevoorregte Amstel zicb in ons verlies verheugen Daar GiiU gereed maakt, onverwijld Breda's muren te verlaten, Tochbliiftge,öBossciiA,hier in'thart en in denmond uwervrienden; Zoo Bréda het verdient, blijve het wederkeerig in uw hart enmond,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1840 | | pagina 97