JAN MOET KADET WORDEN. Het is tegenwoordig een drommelsche dreunjongens aan een fatsoenlijk bestaan te helpen," zoo sprak de lieer Lan- geveld tot zijne dierbare wederhelft, na gedurende meer dan een half uur in diep gepeins gezeten te hebben en met de rimpels van zorg en bezorgdheid op het gelaat. «Het stelsel van bezuiniging, dat tegenwoordig alom gepredikt wordt en waarvan men zich zulke heerlijke vruchten belooft, beneemt onzen kinderen meer en meer alle vooruitzigt op posten en ambtenallerwege ziet men teleurgestelde verwachtingenen voor ééne openvallende plaats komen onverwijld honderden sollicitanten als uit den grond opdagen. Advocaten zonder praktijk; proponenten, die vruchteloos op een beroep wach ten surnumerairsdie naar een ontvangers-plaatsje snakken gepromoveerde Delftenaars, die met een mooi diploma in den voor 't overige ledigen zak loopen; candidaten voor het no taris-ambt met veel hoopmaar zonder salarisziedaar de concurrenten, die uit den weg geruimd moeten worden, alvorens er voor het jongei'e geslacht plaats komt. Intusschen wordt het tijd, dat wij voor onzen zoon Jan eene keuze doen; fortuin om hem in den handel te plaatsen, heb ik niet, ik geloof waarlijk dat wij niet beter kunnen doen, dan hem Ivadet te laten worden. Ik moet mij dan, wel is waar, ge durende vier jaren eenige opoffering getroostendoch met zuinigheid en overleg kunnen wij dit te boven komen, en we zijn dan ten minste zekerdat hij na dien tijd een fat soenlijken rang in de maatschappij bekleedt, en verder voor zich zeiven zorgen kan." Mevrouw Langeveld eene zenuwachtige moederdie zoo gaarne eens onder het gehoor van baren zoon den Dominé 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 101