8 Prent hem een diepen zin voor regt en billijkheid inheeft hij dien zin niet, hij zal zich later als Officier, als 'gezag voerder niet ontzien, zijnen ondergeschikten onregt aan te doenen aldus zoo wel voor zich als voor het algemeen veel kwaad stichten. Gij hebt misschien nog nooit een soldaat van binnen bekeken, mijnheer Langeveld, en wanneer gij hem bij groote parades en exercitiën alle kommando's werktuigelijk zaagt uitvoeren, bleeft ge welligt aan de schors hangen en dacht, dat die man zoo zoetjes aan een werktuig geworden was. Beluister dat werktuig eens in de kazerne, wanneer het niet gadegeslagen wordt en zijne gedachten vrij uit; en ge zult leeren begrijpenvan hoe veel belang het isdat uw zoon de aanstaande Officier de verpersoonlijkte regtvaardigheid zij. Welnu, uwe opvoeding strekke daartoe. Wat ik u bidden mag, vertroetel hem niet; de krijgsman behoeft wel geen athleet te zijn, maar hij moet ten minste een gezond en sterk ligchaamsgestel hebben, om opgewassen te wezen tegen de vermoeijenissendie hem welligt wachten; hij moet niet van het minste togtje kou vatten, en, met uw verlof, Mevrouw is druk bezig hem in dit opzigt te beder ven. De eerste grondslagen van de vorming onzes geestes en harten, moeten door eene vrouw gelegd worden, even als zij er later de fijne puntjes aan slijpt; maar tweemaal in ons leven zijn de dochters van Bva gevaarlijk voor onze manne lijke inborstbij de knaapwording van het kindomdat zij zoo gaarne vertroetelen en verwijvenen bij de vergrijzing des mansomdat hij ligt Hercules aan 't spinnewiel wordt. Voor het gevoel, die -wortel van zoo menige deugd, en voor de verbeelding, die eerste voedster van den geest, is de opvoeding door vrouwen een zegen; maar voor de ontwik kelingvan moed, kracht en karakter, is zij een vloek. «Ik bid u, kom beneden!" gilt handenwringend de moeder, wan neer de knaap in den boom klimt; «kom toch in 'shemels naam boven! roept zij hem uit het venster toe, wanneer- hij in storm en regen speelt, en het gekraak des donders braveert; en struikelt de jongen eindelijk, en valt bij zich

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 108