dl zijn; paai den jongeling met een kadetlenrok, hij zal ijverig studeerenhoud den Kadet de gouden of zilveren épaulet voor, met al hai'e zoete begoochelingenen geen inspanning is hem te zwaarbeloof den bresbestormer een ridderkruisen honderden braven laten zich doodschietenom hel eerst op de borstweering te staanen wat houdt men den Luitenant voorom hem ijverig in zijne vaak moeijelijke pligten te doen volhardenom hem tot voortdurende zelfontwikkeling aan te sporen Helaaswe moeten hel antwoord schuldig blijven want we vreezen dat zelfvoldoening niet materieel genoeg is om onder de belooningen opgenoemd te worden. Welke ver diensten voeren hem tot bevordering en lotsverbetering Ancienneteiten niets anders dan zij. O! we zijn wel verre hare reglen te willen verwerpen, we eerbiedigen haar zeer, en meenen ze zelve zuur verworven te hebbenmaar nog- tans betreuren wij het, dal alleen zij regt op bevordering geeft, want dit dooft alle emulatie uit. Doch waartoe zou dc ijver van Jan mij al niet vervoeren? Tot pruttelen? En dat welligt ten aanhoore van aanstaande Officieren Ochal sluit men de vijftienjarige dochter buiten de kraamkamer, zij begrijpt toch weldra dat de baker haar het broertje niet gebragt heeft; en dat de Luitenants zonder vooruitzigt aan hunne plaats gekluisterd blijven, is geen geheim meer, sedert men er met den gesp voor vijftienjarige Officiers- dienst ziet prijken. Maar genoeg hiervandaarom niet ge treurd jongens, er gaat toch niets boven den krijgsmansstand. Dezen willen wc met zijne dorens en dislelen blijven lief hebben; wre zullen hem al onze krachten, al onzen ijver, al onze vermogens toewijdenovertuigd dat we alzoo een schoonen en heiligen pligt vervullenen kunnen we dien pligt de kroon opzettendoor eenmaal op den ons toevertrouwden post te snevendan zullen wij dit loon schooner vinden dan de knaap hel hobbelpaard, de jongeling den kadetlenrok, de Kadet het gouden schoudersierselof dc dappere het ridderkruis. Jan heeft inmiddels doorgeblokt, en eindelijk nadert die vurig gewenschte en niet minder gevreesde dag, waarop hij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 111