24 niet hard om vallen ten minste indien hij niet door gebrek aan ijver en vlijt achterlijk in zijne studiën gebleven is. De natuur heeft hare nukkenzij verspilt vaak met kwistige hand hare verstandsgaven bij dezen zij houdt dan voor genen slechts weinig over. Misschien behoort Jan tot de laalslen, en daarom mag niemand hem veroordeelendaarom moet ieder hem ondersteunen en aanmoedigendaarom verdient zijne moeijelijke inspanning des te grootere aanbeveling. Ik heb paarden gezienmijnheer Langeveld die op den langen duur ongevoelig voor zweepslagen en sporen geworden waren en die voor een stukje suiker of voor een vriendelijke aan maning alles deden. Ik keur daarom de zweep niet onvoor waardelijk af, hoor; dit zij verre: er zijn ook paarden, die onophoudelijk gezweept en gespoord moeten worden, om er- wat van gedaan te krijgenen dan moet zij er in 's hemels naam maar flink over gelegd worden. Maar ik zou in uwe plaats bij Jan toch met een klontje suiker beginnen. Bemoedig hembeur hem opdoe hem voelen dat van Alphen bet bij 't regte eind hadtoen hij zong uitlijn vader is mijn beste vriend;" o! 'tis voor de jongens zoo goed, dat zij daar wel van over tuigd zijneer ze de ouderlijke woning verlatenmijn har! klopt voor den jongelingdie zijnen vader tot vertrouwde kiestdie bij hem veilig zijn gemoed durft uitstortenook wan neer hij gedwaald heeft. Zulk een jongen komt altijd goed te regt, dat kan niet missen. Zeg dus aan Jan, dat gij over tuigd zijl, dat het zijne schuld niet is; dat gij er hem geen greintje minder om liefhebten dat ook niet alles verloren is. Maar wiens schuld is het dan? Ja, dat zeg ik u niet gaarne, ik moet daartoe eenen man aanvallen, wiens stand ik hoog acht. Doch welaanliet, moet er dan maar uit want nu ik zoo vertrouwelijk met u gesproken hebmoogt gij dit van mij eischen. Eerst echter een verzoek laat Jan er niets van hoorenwant de jongens zijn toch zoo geneigd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 124