35
lerwijl'Rapa zijne zaakjes bij den Kwartiermeester in orde maakt,
wordt den zoon een geheel nieuw aanzien gegeven, 'twelk aan
vankelijk niet in zijn voordeel is. Hel pak, waarin hij ge
stoken wordtis natuurlijk op den groei gemaakten dc
grootste fout, die het aan kon kleven, zou zijn, hem goed te
passen. De broek hangt hem op zijn hielenhet mouwvest
doet zijn naam eer aan en is met regt een vest met mouwen,
met énorme mouwen zelfs bovendien sluit het hem niet naauw
om het lijf, en toch zijn zijne bewegingen gedwongen. Geen
wonder, hij maakt voor 'teerst kennis met onze halsdas,
niet oneigenaardig stropdas genoemden dat is voor een
jongendie gewoon was zijn das als een touwtje op te rollen
en losjes om den hals te gooijen al zoo wat dezelfde ge
waarwording die ecne lioltenlotsche vrouw zou hebben
indien zij het voorregt hadin het keurslijf onzer Europce-
schc schoonen gesloken te worden.
Is hem echter alles te wijd zijn politic-muts is hem te eng,
zoo eng dat zij hij elke beweging van zijn hoofd glijdten
dat hij bedwongen door de stijfte van zijn stropdas niet
weinig moeite heeftzijn hoofdtooisel in evenwigt te houden.
Dit merkt hij dan ook den hem kleedenden Onderofficier op
doch deze antwoordt droog wegmorgen zal uw hoofd wel
dunner zijn.' Mijn hoofd dunner? Dat wil er hij den
jongen maar niet in hij had wel gedacht dat zijne hersens
uit zouden zettenmaar krimpen hiervan kan hij zich geen
begrip vormen. Toch is de zaak heel eenvoudig: dc nieuwe
lingen loopen meestal met een vijfje in hun zak, dat zij den
pruikmaker onthouden hebben en dat dezen regtmalig toe
komt; zoodra dat vijfje op zijne bestemming gekomen is, past
het hoofd precies in de muts.
Aldus uitgedost mag onze aanstaande held naar beneden
zijn vader wacht en zoekt hem daaren loopt hem driemaal
voorbij en kent hem nietgeen wonderalle nieuwelingen
hebben door deze herschepping een zelfde nuchteren gezigt,
cene zelfde gedwongen houding gekregenzij zijn niet meer
van elkander te onderscheiden en daarom is het gelukkig, dal
5