38
zich op en noemt hen saai, wier strafregister nog blank is.
Saaije jongenskijk we hebben er onzen diepen afkeer reeds
van beleden, we zien gaarne een schalks fonkelend oog, vol
vuur en geest en levendoch kan dit niet gepaard gaan met
eene slipte, ijverige pligtsbelrachting
Bovendien het gaat met de eerste straf even als met dc
eerste 100000 gulden, met dat verschil alleen, dat deze
mocijelijker te verwerven zijn dan gene: eens verdiend, ko
men er schielijk meer bij. Dc nieuwe Kadet heeft een gru-
welijkcn hekel aan 't lange stilstaan bij de beoefening der
soldalen-school; hij beaamt volstrekt niet dezen gevierden
regelde onbewegelijke stand is de schoonste beweging van
't exerceerenen vertaalt dien op zijne wijs door: stilstaan is
achteruit gaan. Nu hij gaat dan ook liever vóóruit, en voert
de eerste afdeeling der soldaten-school als een oud gediende
uit, wanneer men hem zegt: indien het goed gaat, zullen
we met het geweer beginnen. Dat geweer wordt door hem
op dezelfde wijs behandeld als menig aangebeden meisje door
haren aanstaande. Zoo lang hij hel niet van nabij kent
wordt het vurig door hem begeerd; maar naauwelijks heeft
hij het ééns in den arm gehadof hij zou 't wel weder in dc
wapenkamer willen deponeeren. Geen wonder, in den beginne
is het hem te zwaar; hij is van oordeel, dat men den vijand
beter met een paar fiksch gebalde vuisten bekampen kon, dan
met een zoo onhandelbaar wapenniettemin speelt hij er spoe
dig meêals ware het een veertje. De lading in elf tempo's
voert hij echter liefst zonder geweer uit, en niet zelden oefent
hij er zich gedurende de teekenlcs met zijn liniaal in; des
noods doet hij dit in de andere lessen zelfs met ledige handen
terwijl de voordragende Officier zijn gezigt naar het hord en
dus zijnen rug naar de klasse gekeerd heeft.
De roffel voor het eindigen der les heeft in zijn oor de
meest melodieuse harmonie, en gehoorzaamt hij over 't alge
meen gaarne aan het kalfsvel, vooral bij deze gelegenheid is
hij zeer ondergeschikt. Dc Officier verlaat dan de leerzaal
en de Onderofficier, met het toezigt belast, treedt binnen;