u Neen, die Onderofficier is geen verklikker, geen bespieder, geen aanbrenger; het is zijn pligt u te bewaken, u gade te slaanvan al uwe verkeerdheden aan zijne superieuren kennis le geven len einde aldus de orde te handhaven ten einde uw jeugdig krijgsmans-karakter aan orde te gewennendoet hij dit niet, dan schiet hij in zijne verpligtingen te kort, dan deugt hij voor zijne betrekking nietdan moet hij ver wijderd worden. Die pligt is mocijelijk; het is veel gemak kelijker en aangenamer toegevend te zijn, de oogen le sluiten en de fouten niet le zien, dan streng en naauwlettend alle verkeerdheden te keeren. Bovendien, deKadet, die den Onder officier onheusch behandelt, verzuimt den allereersten, den 011- misbaarsten krijgsmanspligthij zondigt tegen de krijgstucht. Ondergeschiktheid en gehoorzaamheid jegens meerderenzij moeten in ieder soldatenhart onuitwischbaar geëist en diep geworteld zijn; wie deze hoedanigheden mist, wordt nimmer een degelijk Officier, en wanneer het ons grieft een Kadet wegens oneerbiedig gedrag jegens Onderofficieren te zien be straffen, is het minder nog om bet kwaad op dat oogenblik door hem gesticht, dan om de gevolgtrekkingen, welke wij hieruit onwillekeurig aangaande zijne toekomstige degelijkheid afleiden. Eenmaal als Officier in het leger opgetreden, zult gij den bravenijverigenstiptenstrengen Onderofficier leeren hoogachten en waardeerenoch! stel het niet tot zoo lang uit; gij rijst als krijgsman in waarde, naar mate gij juistere begrippen van krijgstucht hebt. Al verder heeft de Neêrlandsche Kadet meestal een zuiver gevoel van regl en onregt in zijn gemoedveel vaderlands liefde in zijn hart, een gulden voor den armen natuurgenoot in zijn beurs, alle reglementen op een prik in zijn hoofd, en een miniatuur-snuifdoos of soms een stuk pruimtabak in zijn zak. Dit laaste staat wel niet mooi, maar het is ver boden, en 'tverbod wekt op lol overtreding. Zijne hersenen zijn opgevuld met droombeelden voor de vaeantie, en hij houdt een lijstje aan van de dagen, die nog vóór het verlof verloopen moeten. Wat zal hij een pret

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 144