56
zullen hem verlossen. Kijk nu maar eerst eens rond, zoo
veel de duisternis het u toelaatof liever luister't is
geen bekoorlijke muzijkhéEen vijftigtal oude soldaten en
jonge recruten liggen in diepe rust le .ronken en te snor
ken hier droomt er een van IIanne de boerendeerne
welke hemtoen hij in de loting vieleeuwige trouw ge
zworen heeftginds ligt er een met zijn gelatoucerden arm
over den rand zijner ijzeren krib le wrijvendat het een
aard heefthij zet in zijn slaap de poetspartij aan zijn geweer
voort: «morgen is het inspectie en de boel moet blinken,"
met dat denkbeeld sliep hij in, doch het doel, waarmee wij
gekomen zijn, bezorgt hem een heel ander ontwaken.
Kom, verliezen wij geen tijd meer, onze oogenblikken zijn
kostbaarspoeden wij ons naar den Onder-adjudantwant straks
blaast hij ook zijn licht uit. «Adjudant, laat eens dadelijk
alarm slaan." Zie zoo, het bevel is gegeven; was het
wezentlijk om eene ernstige oorzaakdan zouden wij ons niet
zoo lang in onze bespiegelingen verdiept hebbendoch 't is
nu slechts om u den geregelden gang van onze krijgs-machine
te doen zien. Kom nu maar op de plaats de uitwerking
van het bevel afwachten. Ge ziet, die volgt bliksemsnel,
want naauw is het bevel er uit, of de Adjudant is hij den
kommandant der politie-wachtdeze heeft dadelijk zijn slape-
rigen tamboer van de brits getrokkende trom staat gereed
daar roffelt hij al. Rrrrrrrrrrr! crescendo en diminuendode
toonen zijner trom verraden reeds ten duidelijkstedat er
onraad is. Roef! daar smijt de Sergeant-majoor zijne ver
antwoording in den hoek, hij neemt afscheid van de admi
nistratie, en tot onze vreugd, lot beschaming van 'tgeen
we zoo even van hem zeiden, hij is door den invloed der
trom aanstonds geheel soldaat; in één omzien is hij gekleed
en gewapend. Kijk, daar staat hij al met de kaars in de
hand en helpt de kamerwachts die haastig in hun onderbroek
komen aansnellen om hunne lichten aan lesteken; aanstonds
zendt hij de Korporaals als ijlboden uil om de Officieren te
waarschuwen; hij vliegt kamer in, kamer uit; hij zorgt, dal