72 makkers te verlaten, met wie zij, driejaren lang, wel en wee gedeeld haddenmet wie zij vriendschapsbanden hadden aan geknoopt. Vooral zij, die, voor het leger in Oost-Indiën be stemd, het vooruitzigt hadden, weldra door den Oceaan van hunne Akademie-vrienden gescheiden te zullen zijn, voelden diephoe dierbaar hun die vrienden geworden waren. O moogt gij allen op uwen verren logt ruimschoots schadeloos stelling vinden voor alles, wat gij verlaten hebt; moge de Krijgsgod u lauweren, de Liefdegod u bloemen, en de Vader der Vaderen u gezondheid, geluk en tevredenheid schen ken; en indien deze mijne Zondags-uilspanning welligt in uwe handen komtschenkt dan den beker tot den boorde vol, en ledigt dien met een luid hocrahop den hand, dien we hier gelegd hebben, en die door geen scheiding verbro ken wordt. Doch keeren wij terug naar het kamp. Tegen vijf uren verzamelde zich eene menigte aanschouwerswelke naar de heide gestroomd warenom twee mijnen te zien springen door de Kadets der Genie vervaardigd. Hun werk werd met den besten uitslag bekroondmet een dof gekraak ontploften achtervolgens op 'tgegeven sein de heide mijnen; en terwijl de eene een stortvloed van steenen op den gewaanden vijand wierpslingerde de andere eene stroopop met het mouwvest van een der vertrekkenden uitgedost, in de lucht, en vormde een trechterdiegehoorzaam aan de theoriejuist de ge wilde afmetingen had. Maar met den laatsten doffen slag sprong ook de handdie de heide studie-jaren vereenigd hieldhij werd aanstonds door een appèl gevolgd voor hel vierde studie-jaar, of liever voor de nieuwe Officieren. Deze moesten dadelijk stadwaartsom den volgenden morgenin afwachting hunner aanstelling, met verlof te vertrekken. Zij werden door de Kadets van het derde jaar tot aan de grens van dier domeinde kampwachtvergezeld. Daar gaven zij elkaar den handdruk der eeuwige vriendschapbij dezen handdruk, die voor menig vriendenpaar de laatste was, pa relde in veler oog een traan van hartelijke aandoening, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 174