ZONS- EN MAANSVERDUISTERINGEN IN 185:L Er hebben in dit jaar vier verduisteringen plaats, en wel twee aan de zon en twee aan de maan. Drie daarvan zullen in Europa weinig of niet zigtbaar zijn; maar de laatste, eene zonsverduistering, be hoort tot de grootste, die in ons werelddeel zigtbaar worden. De eersle is eene gedeeltelijke maansverduistering in den avond van 17 Januari). Zij begint 's namiddags ten 5 u. 59 m.; haar midden is ten 5 u. 10 m.en zij eindigt ten 6 u. 20 m. De maan zal daarbij voor 0,47 van hare middellijn over de noordelijke helft ver duisterd worden; zij komt eerst na den aanvang, en wel ten 4 u. 16 m. 'snam. op. Deze verduistering is alleen in Amerika in 't ge heel niet te zien. De tweede is eene centrale ringvormige zonsverduistering in den morgen van 1 Fcbruarij. Zij is zigtbaar in geheel Nieuw-IIolland op de nabijgelegen eilanden en in Zuidelijk Afrika; voor 't overige alleen op zee. Voor van Diemensland tot aan Paramalta op de Oost kust van Nieuw-IIolland is deze verduistering ringvormigde overige punten, voor welke zij die gedaante heeft, liggen in zee op 50° lot 58° Z. Br. bezuiden Afrika, Asië en Nieuw-IIolland. 't Begin voor een punt der aarde heeft plaats als het te Amst. is5 u. 25 m. vin. 't Begin der ringvormige voor een ander punt 4 u. 45 m. vm. 't Middenop den middag voor een punt op 58° Z. Br., 98° O. L. van GreenwichCu. Om. vm. 't Einde der ringvormige voor een vierde punt 7 u. 45 m. vm. 't Einde der geheele verduistering voor een laatste punt9 u. 5 m. vm. I)e schaduw der maan bereikt hierbij de oppervlakte der aarde niet. De derde is eene gedeeltelijke maansverduistering in den morgen van 15 Julij. Het geheele verloop zigtbaar in Amerika, en 't einde ook in een deel van Nieuw-IIolland. Zij begint, als bet te Amst. is 6 u. 10 m. vm.haar midden is ten 7 u. 40 m. vm.en zij eindigt ten 9 u. 11 m. vm. De maan zal daarbij over haren zuidelijken rand voor 0,7 van hare middellijn verduisterd zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 26