20 de herstelden van de leekenles vrij tc stellen. Hier kan dan ook nog wel wat af," zal menig lezer zeggen bij de inzage der labellen; voor het ineer noodzakelijke, gelijk in het hier bedoelde geval, ja, dan moet men hel hierop vindendoch voor het overige gelieve men te bedenken dat 1°. om inliet teekenen voldoende vorderingen te maken, eene gestadige oefening vereischt wordt; terwijl 2°. het tee kenen niet alleen als kunst en wetenschap op zich zelve van uitgestrekt nut ismaar tevens eene zeer nuttige toepassing vanen oefening in velerlei krijgswetenschappen bevat. Zoo b. v. kan het theoretisch onderwijs in de Versterkingskunst slechts dan goede vruchten dragenwanneer het gepaard gaat met de noodige toepassingen in het teekenenen hierbij draagt het geleerde in de wiskunde, vooral in de Beschrijvende Meetkunst, zijne gewenschte vruchten. Eveneens beteekent het praktisch landmeten nietswanneer men het opgemeten terrein niet topographisch teekenen kan; bovendien wordt dit teekenen voor de meer gevorderden eene nuttige oefening in Krijgsgeschiedenis en Taktiek, wijl zij zich dan bezig hou den met het vervaardigen van slagplansen wie zich ooit met het bestudeeren van veldslagen heeft ingelatenbeseft gewisdat daartoe het grondig verstaan van topographische teekeningen een onmisbaar vereiselite is. Van hoe uitgestrekt eene toepassing eindelijk het teekenen voor den Artillerist en Ingenieur isdit zullen we zeker niet behoeven aan te too- nen. Er moet dus veel en aanhoudend geteekend worden; ja zelfs billijken wij de klaglen van sommigen die beweren dat voor de laatstgenoemde wapens de teeken-uren schier te veel besnoeid zijn moeten wordenom voor al het overige genoegzamen tijd te vinden, en we vertrouwen met het hier gezegde te kunnen volstaanter opheldering van hetgeen de lezer hieromtrent op onze tabellen vindt. SPLITSING IN KLASSEN. Het onderwijs wordt niet alleen studiejaars-maar voor het mecrendeel ook wapens-gewijze gegevenslechts die vakken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 48