21 waarin van alle wapens hetzelfde vereischt wordt, maken hierop eene uitzondering. Zoo vormen b. v. voor de Engel- sche en lMaleische talen welke uitsluitend aan de Kadels voor de Koloniën onderwezen worden deze Kadets zonder onder scheid van wapen, per studie-jaar ééne klassevoor de Fran- sche en Hoogduitsclie talen waarin uitsluitend de Kadets voor de dienst hier te lande onderwijs krijgen, wordt van deze ieder studie-jaarzonder onderscheid van wapen lot ééne klasse vereenigdvoor de Neérlandsche taal en letterkundewelke aan allen onderwezen wordt, blijven de verschillende wapens van het geheele studie-jaar, wanneer hun aantal dit toelaat, vereenigd. We noemden hierbij de Adelborsten niet; deze ontvangen afzonderlijk onderwijs, uil hoofde bij de kortelings tot stand gekomen vereeniging de reeds gemaakte vorderingen van Adelborsten en Kadets in dezelfde studie-jarenvooral door 't verschil in leeftijd, niet gelijk stonden; bovendien zouden de klassen ligt te talrijk wordenhetwelkvooral bij de zoo noodzakelijke repetitioneen wezentlijk en groot be zwaar zou opleveren, en de degelijkheid van het onderwijs benadeelen. Een getal van 50 jongelieden beschouwt men doorgaans als 't hoogstwier vereeniging tot ééne klasse wenschelijk is, wil men van het herhalen door ondervraging- partij trekkenen zal het den onderwijzer mogelijk blijven het schriftelijk werk zijner klasse na te zien en te verbete ren. Voor het wiskundig onderwijs is ieder studie-jaar in drie afdeelingen gesplitstnamelijk ééne afdeeling Infanterie en Kavallerie, ééne Artillerie en Genie, en ééne Marine. Bij eene oppervlakkige beoordeeling zou men kunnen onderstel len dat hier met eene geringere splitsing volstaan kon worden; dit zou echter ten koste van het onderwijs zijn. Vooreerst toch is het vereischle in dit vak niet voor ieder wapen hetzelfdemaar ook voor die deelen der wiskunde welke aan alle wapens gelijkelijk onderwezen moeten worden zou eene vereeniging niet wenschelijk zijn. Het bezwaar der te groote klassen toch hebben wij straks reeds aange stipt, en bovendien bedenke men dat uit hoofde der meerdere

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 49