28 rigtdat de meesl belangrijke in beide kampen plaats hebben terwijl de overigen over de twee kampjaren verdeeld worden. De oefeningen in het afgeloopen jaar waren de volgende: 1°. Voor de gezamentlijhe Kadets van alle wapens, a. Het vervaardigen van schanskorvenfascines en andere b'eklee- dingsmiddelenen het aanwenden van deze bij den bouw eener ricochet- en eencr mortierbatterij de eerste ingerigt voor een lang kanon van 12 ft en een houwitser van 20 duim, de laatste voor een mortier van 29 en een van 20 duim. b. Het afsteken van eenig veldwerk en het plaatsen der profil- latten. c. Het opmeten van terrein met de meest voorkomende meel- en waterpas-instrumentenen het in teekening brengen van 't opgemeten terrein, d. Het begrooten van afstanden op het oog. e. Het vervaardigen van scherpe en losse Infanterie- en Kavallerie-patronen. 2°. Voor de Kadets der Infanterie, a. Exerceeren in de Bataillonsschoolwaartoe twee malen 's weeks een Bataillon van het garnizoen van Breda in het kamp kwam. Behalve deze schoolwerd daarmede ook behandeld het formeeren van tirailleur-pelotons uit het derde gelid het manoeuvreeren met kompagnies-colonnes en bij wijze van proefliet verdub belen van het Bataillonals verdedigings-stelling tegen de Kavallerie. b. Oefeningen in de Garnizoens- en Voorposten- dienst. c. De uitvoering van Taklisehc verkenningen, welke dit jaar bestaan hebben in het uitzoeken en beschrijven van drie verdedigende stellingen. Voor een dezer verkenningen luidde de opgaaf als volgt Eene brigade van 6 balaillons Infanteriemet 2 eska drons ligte Kavallerie1 batterij Veldartillerie zes fters en J batterij Rijdende artillerierukt van Breda naar Ooster- houl. Op een paar duizend pas van laatstgenoemde plaats gekomen, verneemt men, dat eene vijandelijke magt van 6 a 7000 man, uit de drie wapens bestaande van Gorcum naar Breda in aantogt is en dat de voorste troepen van die afdeeling Oosterhout reeds zijn binnengerukt. De Kom- mandant der uit Breda gerukte troepen wil nu ten Zuiden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1851 | | pagina 56